zaterdag 30 april 2011

Rondreis Zuid-Afrika

De rondreis

De laatste week van het eerste trimester werd afgesloten met een week vol met examens. Aangezien de leerlingen van Spa Park met hun neus nog steeds in de boeken zaten, was mijn functie als leerkracht een beetje veranderd. Ik moest ook deze week helpen met toezicht houden in soms wel klassen van 100 leerlingen, alleen (!). Maar ik vond het wel leuk om eens iets anders te doen als leerkracht, want dit hoort tenslotte ook bij mijn taken als leerkracht. Later in de week had ik van mevrouw Boonzaaier de opdracht gekregen om mee te helpen met het verdelen van de nieuwe schoolbanken die gearriveerd waren. Ik kreeg de jongens van een klas uit de hogere graden tot mijn beschikking en ik moest samen met hen deze taak vervullen. Gelukkig waren de mannen van 6A gemotiveerd en enthousiast en heb ik niet te vaak mij boos moeten maken. De laatste week werd afgesloten met de verjaardag van Jolien en dit werd natuurlijk uitgebreid gevierd met een avond met lekkere spaghetti, een stuk taart en feest in de Mango (plaatselijke club).

27 maart
De rondreis begon jammer genoeg op een zeer pijnlijke manier: een wekker die rond vier uur ’s morgens afgaat. Zeer dodelijk. Aangezien ons vliegtuig ’s morgens rond kwart over acht vertrok in Jo’burg, we nog twee uur rijden voor de boeg hadden en we anderhalf uur op voorhand moesten inchecken werden we verplicht om op dit gruwelijke tijdstip te vertrekken. Uiteindelijk moet ik wel toegeven dat het rijden rond dat tijdstip nog wel meeviel. Hoewel we onderweg werden lastiggevallen met donder en bliksem zijn we zonder problemen daar geraakt. Het inchecken verliep vlot en na een vlucht van een kleine twee uur kwamen we aan in Port Elizabeth. Ik merkte onmiddellijk dat ik aan de andere kant van Zuid-Afrika zat. Het weer was zachter dan in het warme Warmbaths en we konden de zee daar al bijna ruiken. Nadat we een bekende cricketspeler hadden gespot in de luchthaven (Hij was net terug van het WK in India waar Zuid-Afrika nogal knullig uit was geschakeld, dus hij liep er een beetje beschaamd bij. En terecht!) huurden we onze auto bij Avis. Jammer genoeg had Avis mij een “upgrade” gegeven en was ik de gelukkige om rond te rijden met de verfoeilijke Chevrolet Spark. Gelukkig was het ding wel in staat om te rijden en vertrokken we dan maar richting Ado Elephant. Een groot park met voornamelijk veel olifanten op een paar uurtjes rijden van Port-Elizabeth. Het leuke aan het park was dat we eerst anderhalf uur er zelf door mochten rijden met onze kleine auto’s. We kwamen onderweg al verschillende dieren tegen zoals struisvogels en een grote troep/zwerm/roedel/kudde (?) olifanten. Het was zeer indrukwekkend om het grootste landdier op een paar meter afstand te kunnen aanschouwen vanuit een kleine en afschuwelijke Chevrolet Spark. Nadat we het park vlug doorkruist hadden, was het tijd om het park eens op een degelijke manier te bezichtigen vanuit een grote game drive jeep. Onderweg hebben we een grote mannetjesolifant gezien van 5 ton, 3-4 meter hoog en voorzien van een paar dodelijke slachttanden. Best wel spannend toen het mannetje op een halve meter van de jeep stond. Daarnaast hebben we ook wrattenzwijnen, zebra’s, struisvogels en ander wild gezien. Na dit stukje natuur reden we naar de eerste backpacker van de rondreis: Kings Beach in Port Elizabeth. Ondanks het hoge hippiegehalte (Dit kwam vooral door de nogal zweverige uitbater.) was het een zeer leuke backpacker! Er heerste een fijn sfeertje en we konden hier goed uitrusten na een lange dag.

28 maart
Next stop was Stormsriver, maar eerst gingen we nog twee tussenstops maken aan Jeffreys Bay en Cape Saint Francis. Het eerste strand was zeer uitgestrekt en totaal verschillende met de stranden van België. Op dat strand waren geen lelijke hutjes, stinkend afval, overbodige toeristen en een dijk aanwezig, gewoon een mooi, simpel strand. Nadat ik samen met Bram zeker een uur geprobeerd heb om mijn nieuwe vlieger te laten vliegen besloot ik toch maar om het daarbij te laten en te genieten van het prachtige weer en het strand. Na enkele uurtjes reden we door, aten we onderweg en stopten we uiteindelijk aan het strand van Cape Saint Francis. Dit was een strand gemaakt van grote ronde stenen en het was eens leuk om hier op te klauteren en op jacht te gaan naar zeesterren tussen de stenen. Hoewel het uitzicht en het weer hier ook weer prachtig was, waren we genoodzaakt om door te rijden naar Stormsriver.
In Stormsriver kwamen we aan in één van de knapste backpackers van de rondreis, de Tube ‘n Axe. We sliepen namelijk buiten, op een verhoog, in grote luxueuze tenten. Het was een zeer fijne backpacker met ’s avonds een groot kampvuur en interessante medebewoners in de backpacker. Na een feestelijke avond was het rond twee uur wel tijd om te gaan slapen, want de volgende dag ging ik van een brug springen…

29 maart
Ik had ’s nachts geen nachtmerries over de 216 meter hoge sprong en had zeer goed geslapen in de tent, maar toen ik wakker werd ging er maar één ding door mijn hoofd: BUNJI-JUMP! Ik had eerlijk gezegd pas de dag ervoor beslist dat ik het zou doen en gelukkig was ik behoorlijk kalm toen ik naar de Blaukransbrug reed samen met de andere waaghalzen Jana, Dorien, Leen en een nieuwe Amerikaanse vriend uit de backpacker. Eens daar begonnen de zenuwen toch stilletjes aan op te borrelen en eens op de brug, in mijn harnas, op de rand van, gierden ze door mijn lijf, maar het was het allemaal waard! We werden uitstekend begeleid door de mensen daar. Er was constant luide feestmuziek en de begeleiders zorgden met hun gezever (positief bedoeld) voor een kalme sfeer. Van deze kalmte was niets meer te bespeuren eens ze mij op de rand zette met mijn voeten stevig ingebonden. Na de bekende ‘5-4-3-2-1-BUNJI’ dook ik, verstand op nul, de diepte in. On-be-schrijfelijk. De combinatie van hoogte, zwaartekracht, adrenaline, hoofd eerst … is niet te vatten.  Dit was de grootste kick die ik ooit in mijn leven heb gehad en ik vrees dat dit moeilijk overtroffen zal worden.  Naderhand konden we ons filmpje en foto’s kopen voor een veel te hoge prijs, maar aangezien dit zeer uniek is, heb ik het toch maar gedaan. Nadat we bekomen waren van deze fantastische ervaring reden we richting Plettenberg, waar we jammer genoeg in een mistwolk terecht kwamen. Bijgevolg zijn we hier maar niet te lang blijven hangen en besloten we om door te rijden naar Knysna. Hier kwamen we terecht in een meer huiselijke backpacker. Het werd uitgebaat door een paar vrouwen met een hoog mamagehalte. Het was wel eens fijn om in een meer rustige backpacker terecht te komen, want we konden de rust wel gebruiken. Eens daar aangekomen zijn we de grote lagune gaan bekijken. Doordat er her en der wolken over de bergen rond de lagune hingen, zag de lagune er zeer mooi uit. Uiteindelijk zijn we gaan eten en hebben we de avond doorgebracht in de backpacker. We hadden dan ook de kans om onze filmpjes en foto’s van de bunji-jump te bekijken en elkaar uit te lachen met de schrik die van ons gezicht afdroop voor de sprong.

30 maart
Voordat we goed en wel konden vertrekken, begon de volgende dag met een stressmoment doordat ik de sleutels van mijn auto was kwijtgespeeld. Ik vreesde al dat we helemaal terug moesten naar Port-Elizabeth, maar uiteindelijk was Dorien de grote held om mijn verstrooidheid op te lossen. Dat was ‘very knysna (lees als NICEna)’ van haar! (Ik schaam mij nu al voor dit mopje, maar Dorien had het verzonnen…). Ondanks deze “stoot” van mij konden we dan toch vertrekken naar de lagune om er te gaan wandelen. Doordat ik nog altijd verstrooid was, was ik vergeten mijn teenslippers uit te doen en heb ik op deze manier doorheen de rotsen mijn weg moeten vinden. Niet gemakkelijk! Doordat we die dag nog veel kilometers voor de boeg hadden, waren we niet te lang blijven hangen en zetten we ons reis verder richting Oudsthoorn.
Oudsthoorn staat bekend om haar struisvogels en dit viel ook onmiddellijk op toen we de streek binnenreden. De struisvogels staan in een wei zoals in België de koeien erin staan. En ze doen, zoals de koeien, de hele dag niets anders dan eten en drinken. Doordat we in de late namiddag aankwamen in Oudsthoorn besloten we om een mooie waterval te bezoeken iets verderop. Natuurlijk hebben we ons weer laten verrassen door de grote afstanden die we in België niet kennen. We hadden een route gekregen van de uitbater van de backpacker en hij zei dat het een korte rit was, maar aangezien we in België nooit ver moeten rijden, was deze rit voor ons wel langer dan gedacht. We hebben meer dan uur zitten rijden op kleine zandwegjes doorheen de bergen. Gelukkig lieten ze ons nog net binnen bij de ingang van de waterval en konden we het gaan bekijken. Ik schat dat de waterval 70 – 80 meter hoog was en veel mooier dan de “watervallen” in België. Helaas konden we niet zo lang blijven, want het wordt hier snel donker en dat is verre van ideaal om doorheen de bergen te rijden op een smal zandwegje zonder dat je heel goed kan zien door al het stof.  Na het slalommen doorheen de bergen gingen we eten en konden we ons bed in.

31 maart
’s Ochtends stond er mij een lekker struisvogelomelet te wachten, wel niet het volledige ei, want dat heeft de grootte van 25 kippeneieren. Maar een goed ontbijt was noodzakelijk, want het zou een drukke dag worden. Het was wel interessant om te zien dat een steen gebruikt moet worden om een gat in het ei te krijgen!
Eerst hebben we the Cango Caves bezocht. We kregen in die grotten een rondleiding door een  excentrieke en expressieve gids. Het leek alsof ze uitleg aan kleine kinderen aan het geven was en niet helemaal doorhad dat de groep voornamelijk uit volwassenen bestond. Dat terzijde was het wel leuk om in de grot te zijn. Het was er altijd 22 graden en sommige kamers waren heel groot. Er waren ook heel grote stalgmieten en stalgtieten en blijkbaar hadden duizenden jaren geleden er zelfs bosjesmensen in geleefd. Jammer genoeg was het sterk gecommercialiseerd. In één bepaalde kamer lagen er zelfs klinkers op de vloer en dit zorgde niet echt voor een authentieke grotervaring, jammer.
De volgende stopplaats was in een een soort van reservaat/zoo. We hebben daar een rondleiding gekregen en heel wat dieren in actie gezien. Zo hebben we bijvoorbeeld krokodillen uit het water zien springen voor een stuk vlees en hebben we een kijkje genomen bij het gedeelte met de grote katten. Dit onderdeel was een kweekprogramma van luipaarden, leeuwen, witte tijgers … doordat deze dieren bedreigd zijn, proberen zijn de populatie op peil te houden met de kweekprogramma’s. Na de rondleiding was er de mogelijkheid om in een kooi het water in te duiken om de krokodillen eten te geven, maar doordat het regende besloot ik het toch maar niet te doen ;-).
Zoals ik hierboven vermeldde, was aan het regenen en jammer genoeg hadden we al eventjes minder goed weer. Door de regen zijn we ook niet lang gebleven in het park en reden we maar richting Mosselbaai. Eens aangekomen wilden we naar een bekend visrestaurant gaan aan het strand, maar er was wel een wachttijd van één uur om binnen te mogen. Door deze extra tijd besloot ik eventjes te gaan voetballen op strand, maar uiteindelijk werd dat beëindigd met een plas bloed onder mijn teen doordat ik hoogstwaarschijnlijk mijn teen gesneden heb aan een schelp, ik ben nu eenmaal onhandig. Uiteindelijk ben ik dan maar al hinkend het restaurant binnengegaan en heb ik een gigantisch bord calamarisringen verorberd om mijn stommiteit te compenseren. Ik was meteen de tweede gewonde chauffeur van de dag, want Kaat was vanaf die dag niet meer in staat om nog op een degelijke manier te wandelen. Ze had heel veel last van haar enkel en was niet meer in staat om te rijden, gelukkig was Leen er nog om haar plaats in te nemen.


1 april

Na een ‘poepsjiek’ ontbijt voor maar drie euro in de mooie backpacker van Mosselbaai was het tijd om door te rijden naar het meest zuidelijke punt van het Afrikaanse continent: Kaap L’aghulas. We hadden een rit van drie à vier uur voor de boeg dus het zou een lange dag worden. De snap in mijn rechter grote teen maakt het er niet makkelijker op, maar ‘niet klagen en rijden’ was de boodschap. Na een lange rit en een onbedoelde extra omweg, zelfs de trouwe gps maakte al eens foutje, kwamen we uiteindelijk aan in L’aghulas. Hoewel dit het meest zuidelijke punt van het Afrikaanse continent is, was het maar een klein dorpje. We reden tot aan het meest zuidelijke punt en daar hebben we enkele foto’s genomen. Er was heel veel wind en de zee was stormachtig. Daarna besloten we om de vuurtoren van L’aghulas te bezoeken. We mochten helemaal tot boven klimmen en vanuit daar hadden we een mooi uitzicht op de zee en het dorpje. Door de zeer sterke wind was het zelfs mogelijk om er op te gaan hangen, we moesten opletten dat we niet van de toren geblazen werden! Aangezien de backpacker een beetje terug lag en we nog iets moesten afspreken met de baas ervan, splitste we de groep in twee op. Één deel ging naar de backpacker en het andere deel ging met Kaat mee naar het ziekenhuis. Ze had behoorlijk veel fijn en het was beter dat ze haar voet liet controleren door een dokter.
Na veel op en af rijden hadden we uiteindelijk onze backpacker ontdekt. Verrassend genoeg was het eerder een zeer groot vakantiehuis met heel veel kamers, twee keukens, drie badkamers, twee tv’s … voor maar 14 euro per persoon per nacht. Spotgoedkoop! In dit huis konden we bekomen van de lange dag.

2 april

Jammer genoeg kon ik de volgende dag niet uitslapen in het super grote bed en werd de rit verder gezet richting Hermanus. Dit is een stad waar in het walvissenseizoen veel walvissen te zijn, maar jammer genoeg was het niet het seizoen toen wij daar waren. Daarom zijn we die dag iets non-Afrikaans gaan doen. We waren het infocentrum binnengegaan en we hebben daar een avontuurlijke activiteit gevonden. We gingen door de wijngaarden van Hermanus razen met een quad en de langste deathrides afglijden. Behoorlijk non-Afrikaans, maar het was fijn om iets avontuurlijks te doen. Tijdens de quadrit kwamen we uiteindelijk ook terecht bij een mooi uitzicht over Hermanus. Uiteindelijk was het wel heel leuk om door de wijngaarden heen te vliegen!

2-4 april

In de bekende studenten- en wijnstad Stellenbosch verbleven we twee nachten aangezien het weekend was en het nodig was om eventjes uit te rusten van het hoge tempo van de rondreis.
De eerste avond zijn we op stap gegaan in de studentenbuurt en het was fijn om in de buurt te zijn van leeftijdsgenoten. We zaten in een soort van danscafé en de muziek ging er stevig aan toe. Dat was natuurlijk wel eens leuk, want we worden anders voornamelijk met Afrikoanse muziek om de oren geslagen. Aangezien die laatste een combinatie van schlagers en milk inc. is, begrijpen jullie wel dat dit snel begint te vervelen. We hadden het wel absoluut niet te laat gemaakt zodat we de volgende dag fris aan de wijnroute konden beginnen.
De wijnroute de volgende dag duurde een hele dag en tijdens deze tour werden we met een busje rondgeleid van de ene wijnboer naar de andere. We leerden dan hoe we wijn beter konden proeven en dit werd dan vaak ook gecombineerd met heel veel kaas. Het was heel fijn om zoveel soorten wijn te combineren met kaas; de Zuid-Afrikaanse wijn was echt wel de moeite. Later die avond hebben we niet echt veel meer gedaan en gingen we slapen om de volgende dag naar het bekende Kaapstad te rijden.


4 – 9 april

Eindelijk kwamen we aan bij het hoogtepunt van onze reis, KAAPSTAD. De stad ziet er fantastisch uit. Vlak bij de zee, naast de Tafelberg en voorzien van een mooi, groot voetbalstadion. (Aangezien we veel gedaan hebben ga ik alles in het kort beschrijven.)
We hebben met de groep de Tafelberg te voet beklommen en het was behoorlijk vermoeiend. De klim begon in de zon en was vrij stijl, maar na een tijdje zaten we tussen de bergen in en was er alleen maar schaduw. Door de sterke wind werd het ijskoud en ik was jammer genoeg mijn vest vergeten. Na een klim van 650 meter kwamen aan op de Tafelberg. We hadden daar een prachtig uitzicht, maar door de sterke wind was alles gesloten en konden we ook niet met de lift terug naar beneden. Dan maar te voet terug en dit viel gelukkig iets beter mee dan naar boven. Later die week ben ik ook met de fiets tot aan de kabellift gereden (tot daar ging de weg) en dit was veel vermoeiender dan te voet naar boven gaan. Ik had een fiets gehuurd in het centrum van Kaapstad en toen begon ik aan mijn klim. Na anderhalf uur kwam ik helemaal bezweet aan op de Tafelberg, maar het was fijn om nog eens echt fysiek af te zien.
Zoals ik eerder vermeldde is er ook een groot voetbalstadion in Kaapstad. Bram (de vriend van Kaat) en ik zijn daar ook een kijkje gaan nemen. Een heel mooi stadion, maar zoals vaak gebeurd met grote wk-stadions wordt het blijkbaar veel minder gebruikt naderhand. Een vervelende zaak als je ziet hoe groot het stadion is.
We hebben ook één daguitstap gedaan richting Cape Point en Kaap de Goede Hoop. Onderweg stopten we op zeer mooie stranden en hebben we zelfs een boottochtje gedaan richting een zeehondeneiland. Doordat het die dag zeer mooi weer, maar winderig was, was dit ook het geval op de boot. De boot vloog van links naar rechts, maar gelukkig kon ik mijn ontbijt binnenhouden. Uiteindelijk hebben we ook het punt bereikt dat de twee grote oceanen van elkaar scheidt en hebben we nog enkele mooie foto’s kunnen nemen. Op de terugweg naar Kaapstad zijn we ook nog een pinguïnkolonie gepasseerd en het was heel leuk om die waggelende pseudovogels te kunnen zien.
Natuurlijk hebben we ook een bezoek gebracht aan Robbeneiland. Het befaamde eiland waar Nelson Mandela 26 jaar vast heeft gezeten. We werden rondgeleid door een ex-gevangene van het eiland en mijn respect voor Mandela is alleen maar groter geworden naar het bezoeken van de gevangenis. Het werk, de slaapplaatsen … dat zoveel mensen daar hebben moeten doorstaan was indrukwekkend en wel beklijvend.
Het hoogtepunt van de reis was verrassend genoeg een zonsondergang aan Milnerton Beach. Met uitzicht op de Tafelberg en een uitgestrekt strand zoals we er in België nooit één zullen zien, zorgde voor een fantastisch visueel spektakel. Een mooie afsluiter van de rondreis. 

1 opmerking:

  1. En de jaloezie borrelt op... Haha!
    Jeetje man, hoe zalig moet zo'n rondreis wel niet zijn!
    't Is je gegund!
    Tot wanneer blijven jullie nog in South-Africa?

    Salut en geniet er nog van!

    Stijn

    BeantwoordenVerwijderen